Churam maakte ook nog vuurbekkens, vuurscheppen en offerschalen, en daarmee was het werk dat koning Salomo hem voor de tempel van God had opgedragen voltooid. De twee zuilen met de twee bolvormige kapitelen erop, het vlechtwerk waarmee die kapitelen op de zuilen waren omhuld, de vierhonderd granaatappels die in twee rijen aan het vlechtwerk om de bolvormige kapitelen op elk van de zuilen hingen, de onderstellen met de spoelbekkens erop, de Zee, waarvan er maar één was, met de twaalf runderen eronder, en de vuurbekkens, vuurscheppen, drietandige vorken en alle bijbehorende voorwerpen die meester Churam in opdracht van koning Salomo voor de tempel van de HEER had gemaakt, alles was van gepolijst koper en brons. De koning liet ze gieten in de Jordaanvlakte, tussen Sukkot en Seredata, waar volop vette klei te vinden was. Salomo liet zo veel van deze voorwerpen maken dat het gewicht ervan aan brons en koper te groot was om het te kunnen bepalen. Ook voor het interieur van de tempel van God liet Salomo allerlei voorwerpen maken:
het met een laag goud bedekte altaar en de tafels voor het toonbrood; de vergulde lampenstandaards die voor de achterste zaal stonden, waarin volgens voorschrift lampen brandden die, evenals hun bloemversieringen en de bijbehorende snuiters, van goud, zuiver goud waren gemaakt; en de vergulde messen, offerschalen, kommen en vuurbakken. Ook de toegangsdeuren, zowel de binnenste deuren die toegang gaven tot het allerheiligste als de deuren van de tempel zelf, waren met goud overtrokken.
Toen al het werk dat koning Salomo aan de tempel van de HEER had laten verrichten voltooid was, liet hij de wijgeschenken van zijn vader David naar de tempel overbrengen. Hij borg het goud en zilver en de andere voorwerpen in de schatkamers van de tempel van God.